Rombout Verhulst (Mechelen, 1624-Den Haag, 1698)

Vele bekende Nederlanders uit de zeventiende eeuw liggen in een graf van Rombout Verhulst. Deze beeldhouwer werd in 1624 geboren als de zoon van een bakker. Op tienjarige leeftijd ging hij in de leer bij de beeldhouwers Rombout Verstappen en Frans van Loo. In 1646 bevond Verhulst zich in Amsterdam, waar hij onder beeldhouwer Artus Quellinus en architect Jacob van Campen vanaf 1654 werkte aan het stadhuis, het huidige koninklijke paleis. Na de voltooiing van enkele opdrachten in Leiden vestigde hij zich definitief ca. 1664 in Den Haag. Daar stierf hij ongehuwd in 1698 na een succesvolle artistieke carrière. Hij maakte doorheen zijn leven bustes, praalgraven, ivoren beeldjes en tuinbeelden. De praalgraven voor de admiralen Michiel de Ruyter en Maarten Tromp zijn prachtige voorbeelden van zijn barokke stijl.